In de zomer van dit jaar – 75 jaar na de bevrijding – verschijnt het boek “Gerhardus Dieters en de radicalisering van de NSB”. Het boek schetst een onthutsend beeld van de innige verstrengeling tussen boerenbeweging en nationaalsocialisme in de voormalige gemeente Anloo. Alle dorpen en kleine kernen op het zand en in het veen van deze gemeente passeren in het boek de revue. Dwarsverbindingen met de aangrenzende Groninger Veenkoloniën en met de Drentse buurgemeenten Zuidlaren, Vries, Gieten en Rolde worden eveneens belicht.

In 1935 stemden bij de Provinciale Statenverkiezing in Drenthe 38.79% van de kiesgerechtigden in de gemeente Anloo op de NSB. Dit is verhoudingsgewijs veruit het hoogste aantal in heel Nederland. Zelfs bij verkiezingen in 1937 en 1939 koos – tegen de landelijke trend in – nog bijna 30% van de inwoners van Anloo voor deze partij. De aanhang zat aanvankelijk vooral in kleine buitendorpen als Annerveen, Eexterveen, Anderen, Anloo en Gasteren. Tijdens de oorlog werden ook het hoofddorp Annen en Annerveenschekanaal sterke bolwerken van de NSB. In 1934 werd in de gemeente een groep van de NSB opgericht, die in de periode 1937-1945 werd geleid door de vermogende landbouwer Harm Steenge uit Annerveen. Na de April-mei staking in 1943, die in de gemeente Anloo een massaal karakter had, werd Steenge tevens wethouder naast de nieuw benoemde gereformeerde NSB-burgemeester Jan Kooistra.

De hardnekkigheid waarmee de boerenbevolking van de gemeente Anloo tot diep in de oorlog het nationaalsocialisme in grote getale bleef steunen, vormt het centrale thema in het boek. Aanvankelijk trokken (middel)grote boeren in het veenkoloniale deel van de gemeente de kar van de NSB. Vrij spoedig daarna volgden boerenvoormannen uit de zanddorpen. De meeste arbeiders en vele kleine boeren traden niet toe tot de nationaalsocialistische gelederen. De gezichtsbepalende man van de NSB was de landbouwer Gerhardus Dieters (1902-1980) uit Annerveen. Onder invloed van de grote landbouwcrisis van de jaren dertig, die veel arbeiders en boeren aan de bedelstaf bracht, werd hij in 1932 de belangrijkste woordvoerder en medeoprichter van de militante Drentse Boerenbond, die niet veel later zou opgaan in de overkoepelende Nationale Bond Landbouw en Maatschappij, die steeds meer in het vaarwater van de NSB terecht kwam. In juni 1933 sloot Dieters zich aan bij de NSB en gaf mede de stoot die leidde tot de vorming van de groep Annen. Al vroeg gaf hij blijk van zijn sterke anticommunistische en antidemocratische opvattingen.

 Bron: Parlementair Documentatie Centrum/Parlement.com

In 1935 wist hij als populaire lijsttrekker van deze partij in Drenthe meer dan 10.000 kiezers achter zich te verzamelen. Ook in het Groningerland had hij tamelijk veel aanhang. Aan het eind van dat jaar werd Dieters kringleider van de NSB in Noord-Drenthe en in 1937 districtsleider voor de provincie Drenthe evenals Tweede Kamerlid, waarvoor hij zich op verzoek van Mussert kandidaat had gesteld. Hier sloot hij vriendschap met Rost van Tonningen en ontpopte zich steeds meer als een bestrijder van het Joodse bevolkingsdeel. Als vertegenwoordiger van de radicale volkse richting met bijbehorende bloed- en bodemideologie werd hij tijdens de oorlog een propagandist van de Germaanse SS. In 1943 werd hij op pad gestuurd om in Duitsland Nederlandse dwangarbeiders te ronselen voor de Waffen SS. Hij werd daarbij vergezeld door de uit Annerveenschekanaal afkomstige Hendrik Egge Boerma, plaatsvervangend SS-standaardleider voor Noord-Nederland. Boerma was in het begin van de oorlog in Drenthe directeur van de Nederlandse Volksdienst en Winterhulp Nederland. Mede onder druk van Henk Feldmeijer, voorman van de Nederlandse SS en Hanns Albin Rauter, de hoogste Duitse SS-er in ons land, vocht Dieters in 1944 bijna een half jaar aan het Oostfront tegen de Russen. Teruggekeerd op zijn boerderij in Annerveen, kwam het vlak voor Dolle Dinsdag in september 1944 tot een definitieve breuk tussen Dieters en Mussert en legde hij het districtsleiderschap in Drenthe neer. Na de oorlog werd Dieters veroordeeld tot tien jaar detentie. In de loop van 1951 kwam hij vervroegd vrij, doch bleef contacten onderhouden met de weduwe van Rost van Tonningen, die tot haar dood nationaalsocialistische propaganda zou bedrijven.

Bij de bevrijding werden in de gemeente Anloo meer dan 300 NSB’ers door de Binnenlandse Strijdkrachten gearresteerd. De meesten werden geïnterneerd in Kamp Westerbork, een deel van hen werd bestraft door het Bijzonder Gerechtshof of Tribunaal in Assen. In de eerste naoorlogse jaren speelden sterk behoudende boeren nog steeds een dominante rol in het gemeentebestuur van Anloo. Bij het benoemen van vertrouwenspersonen en wethouders werden aanvankelijk de PvdA en CPN buitenspel gezet, waarbij niet altijd in de geest werd gehandeld van de ontluikende democratische rechtsstaat. Ook bleken er nog een aantal politieke lijken in de kast te zitten. Zo is er in de schoot van het gemeentebestuur bijna vijf jaar lang een verhitte interne strijd gevoerd over de functie van gemeentesecretaris. De tijdens de oorlog rechtmatig benoemde Johannes Derk Bruins uit Hoogezand werd onder druk van de boerenfractie en het ingrijpen van burgemeester Willinge Prins hier de dupe van. Dieters kwam in 1967 nog een keer groot in het nieuws toen hij samen met de Boerenpartij Gezinus Margus Lambers uit Eexterveenschekanaal – gedeputeerde en voorzitter van het Drents Landbouw Genootschap – ervan beschuldigde zijn (geheime) NSB-lidmaatschap te hebben verzwegen. In een door Lambers aangespannen kort geding kon Dieters de beschuldigingen echter niet hard maken en moest hij op straffe van een dwangsom van 1.000 gulden per overtreding zijn acties staken. In 1970 wist de dierenarts en doorgewinterde nazi Hendrikus Knigge uit Annen de gemoederen in ons land danig bezig te houden. Hij wilde als voorzitter van de Jan Hartman stichting, een club van oud-frontstrijders en NSB’ers een gezellige bijeenkomst beleggen in een dorpscafé te Donderen. Door de ophef die hierover ontstond, werd deze bijeenkomst echter afgeblazen. Knigge was tijdens de oorlog Obersturmbannführer van de Waffen SS en werkte als veearts voor de Duitsers. In die hoedanigheid wist hij te bewerkstelligen dat de Joodse directeur van de Amsterdamse melkcontroledienst uiteindelijk de dood werd ingestuurd.

In de epiloog van zijn boek wordt een aantal harde conclusies getrokken over deze inktzwarte bladzijde in de historie van de gemeente Anloo en het decennia lang doodzwijgen van de rol van de NSB-boerenleiders.

Het boek dat circa 185 pagina’s gaat tellen wordt in beperkte oplage uitgegeven. Het kan tot uiterlijk 15 juni 2020 bij voorintekening en betaling van € 18,50 exclusief verzendkosten worden besteld bij de auteur Drs. Sienus Nijborg. Na sluitingsdatum van de voorintekening wordt de prijs van het boek met € 4,00 verhoogd.

Voor nadere informatie en/of bestellingen volstaat een mail aan s.nijborg@hotmail.com